, [], Matthew 9:34: The Gergesenes bid Jesus depart; Romans 13:13-14: The Godly man's conduct; Proverbs 17:5: The Poor and his Maker
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar [71]doet aan [72]den Heere Jezus Christus, en [73]verzorgt [74]het vlees niet tot [75]begeerlijkheden. 71. Of, trekt aan; namelijk als uw kleed en wapen. 72. Namelijk aannemende door het geloof Zijne gerechtigheid, en al Zijne deugden navolgende, daarmede uwe ziel bekledende en versierende; Gal.3:27. 73. Grieks, maakt geen voorzorg des vleesches. 74. Dat is, het lichaam, waarmede niet wordt verboden dat men het lichaam zou mogen verzorgen met een eerlijk kleed, spijs, drank, medicijnen en andere dingen tot onderhoud van hetzelve nodig; want dat wordt ook geprezen; Ef.5:29; 1 Tim.5:8,23, maar om het in zijn kwade lusten te voldoen; 1 Kor.9:27. 75. Namelijk die strekken tot onmatigheid, hovaardij, gulzigheid, onkuischheid, om het daarin te voeden en zijn eis te geven; 1 Joh.2:16.